De vermogensrendementsheffing is momenteel nog gebaseerd op een forfaitair rendement op je vermogen.
24 december 2021 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het box 3-stelsel in strijd was met het eigendomsrecht en discriminatieverbod van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in de gevallen waarin het werkelijk behaalde rendement lager is dan het forfaitair berekende rendement. Voor de belastingjaren 2023-2026 is overbruggende wetgeving voor box 3 ontworpen. Vanaf 2027 wordt daadwerkelijk behaald rendement belast.
Voor 2022 / 2023 / 2024 / 2025 / 2026 (en terugwerkend 2021) zal er nog niks veranderen in de structuur van box 3, alleen in het forfaitair rendement en in het tarief waartegen dat belast gaat worden.
De nieuwe forfaitaire rendementen
Tot nu toe werd voor alle box 3-vermogen tezamen één en hetzelfde forfaitaire rendement gehanteerd. Dat wijzigt. Tot 2027 worden nu verschillende forfaitaire rendementen gehanteerd voor banktegoeden, overige bezittingen en schulden.
Voor het begrip banktegoeden wordt aangesloten bij het begrip deposito zoals gedefinieerd in de Wet op het financieel toezicht. Dit betekent dat alle box 3-bezittingen die niet vallen binnen de definitie van deposito en die geen schulden zijn als “overige bezittingen” worden aangemerkt. Op een uitzondering na: contant geld wordt als de “fysieke evenknie” van banktegoeden ook in de categorie banktegoeden opgenomen. Bitcoins of andere cryptocurrency worden niet als banktegoeden gezien en tegen het hoge tarief belast.
Het forfaitaire rendementspercentage voor banktegoeden zal pas na afloop van het kalenderjaar definitief worden vastgesteld. Het wordt gebaseerd op het gemiddelde maandelijkse rentepercentage op deposito’s van huishoudens met een opzegtermijn van maximaal drie maanden van het lopende kalenderjaar.
Ook het forfaitaire rendementspercentage voor schulden wordt gebaseerd op gemiddelden van het kalenderjaar. Hiervoor wordt aangesloten bij de gemiddelde maandelijkse rente over het totale uitstaande bedrag aan woninghypotheken van huishoudens van het lopende kalenderjaar.
Voor de vaststelling van het forfaitaire rendementspercentage voor de vermogenscategorie overige bezittingen is voorgesteld om dat te baseren op het langetermijnrendement van zowel onroerende zaken, aandelen als obligaties. Voor 2023 is dat op 6,17% vastgesteld.
Doordat obligaties net als aandelen gezien worden als overige bezittingen met hoog rendement, is voor het stabiele deel van een beleggingsportefeuille een depositoladder als vervanging van obligaties vanuit fiscaal oogpunt te overwegen. Een depositoladder valt wel onder banktegoeden.
Het tarief waartegen het forfaitaire rendement belast gaat worden, gaat in stappen van 1% per jaar omhoog van 31% in 2022 naar 34% in 2025. In 2023 gaat het tarief dus naar 32%.
Vermogensbelasting verminderen
Vermogensbelasting over beleggingen kun je verminderen naar nul. Dat kan via zogenaamd pensioenbeleggen.
Hier vind je uitleg hoe pensioenbeleggingen werken en waarom die 3x meer opleveren dan gewone beleggingen vanwege de fiscale voordelen.
Heffingsvrij vermogen 2023
Het heffingsvrij vermogen 2023 waarover geen vermogensbelasting betaald hoeft te worden gaat naar €57.000 per persoon.
Bij fiscale partners wordt het totale heffingsvrije vermogen €114.000.
Vermogensbelasting 2023 berekenen
De berekening is pas definitief te maken na afloop van 2023. Om toch een goede inschatting te krijgen wordt in deze berekening voor banktegoeden en schulden gewerkt met de forfaitaire rendementen van 2022. Voor het forfaitaire rendement op overige bezittingen, het te heffen belastingtarief en het heffingsvrije vermogen wordt gerekend met de getallen van 2023.
Vul je vermogen in hele euro’s in:
Vermogensbelasting over beleggingen kun je voorkomen via zogenaamd pensioenbeleggen.
Peildatum vermogensbelasting 2023
De Belastingdienst hanteert 1 januari van het jaar waarover je belastingaangifte doet als peildatum voor de vermogensbelasting. Als je in 2024 belastingaangifte doet over 2023, geldt voor de bepaling van de vermogensbelasting over 2023 de omvang van je vermogen op 1 januari 2023.
Peildatumarbitrage
Aangezien de waarde van de banktegoeden, overige bezittingen en schulden slechts op één moment in het kalenderjaar – namelijk op de peildatum (1 januari) – wordt bepaald, kan het voor een belastingplichtige gunstig zijn om overige bezittingen (waar een hoog rendementspercentage op van toepassing is) vlak voor de peildatum te verkopen en tijdelijk om te zetten in banktegoeden (waarvoor een laag rendementspercentage geldt). Na de peildatum worden bezittingen met het hoge rendementspercentage door de belastingplichtige weer aangekocht. Hierbij is de voornaamste reden van deze belastingplichtige om een minimale belastingheffing in box 3 te realiseren. Dit wordt peildatumarbitrage genoemd.
Daarnaast kan ook met schulden worden gearbitreerd, bijvoorbeeld indien vlak voor de peildatum (tijdelijk) meer schulden worden aangegaan waardoor de waarde van de banktegoeden navenant wordt verhoogd. Dit resulteert eveneens in een verlaging van de belastingheffing.
Om peildatumarbitrage te voorkomen is daarom een arbitrageperiode van 3 maanden voorgesteld. Voor zover bij het handelen van de belastingplichtige binnen 3 maanden voor of na peildatum sprake is van zakelijke overwegingen, is geen sprake van peildatumarbitrage. Op verzoek dient de belastingplichtige dit aannemelijk te kunnen maken. Onder zakelijke overwegingen worden in dit verband verstaan niet-fiscale overwegingen.
De arbitrageperiode van 3 maanden betekent dat transacties gedaan voor 1 oktober en na 31 maart sowieso niet als arbitragehandeling worden aangemerkt.
Schijven vermogensbelasting
Vermogen | Vermogensbelasting 2023 |
---|---|
€0 t/m €57.000 | 0% |
€57.000 en meer | Op basis van verdeling banktegoeden, overige bezittingen en schulden |
Deze bedragen gelden per persoon.
Je mag van de fiscus op hele euro’s in je voordeel afronden bij de bepaling van de omvang van je vermogen.
Deze belastingtarieven gelden voor dat deel van je vermogen wat binnen de desbetreffende vermogensschijf valt. Je betaalt in 2023 bijvoorbeeld met een vermogen van €70.000 over €57.000 geen vermogensbelasting en over de rest wel.
Veelgestelde vragen
Wat is het heffingsvrije vermogen in 2023?
Het heffingsvrij vermogen voor 2023 waarover geen vermogensbelasting betaald hoeft te worden is €57.000 per persoon. Bij fiscale partners is in 2023 het totale heffingsvrije vermogen €114.000.
Wat is de peildatum voor de vermogensbelasting?
Als je in 2024 belastingaangifte doet over 2023, geldt voor de bepaling van de vermogensbelasting over 2023 de omvang van je vermogen op 1 januari 2023.
Wil jij, net als ruim 13.000 anderen, een e-mail ontvangen zodra er een nieuwe post verschijnt en het FOB huishoudboekje 2023 kado?
De informatie op deze site is mijn persoonlijke mening, geen beleggingsadvies en je blijft zelf verantwoordelijk bij opvolgen ervan. Let op: beleggen gaat gepaard met risico's, je kunt je inleg (deels) verliezen. Blauw onderstreepte links met kunnen mij een vergoeding opleveren voor het doorverwijzen. Dit kost jou niets. Reacties kunnen worden gemodereerd of verwijderd.
35 Reacties
Dank voor de verhelderende uitleg mr. Fob.
Ik vraag me af wat er gebeurd als je een een onverhuurd huis, geen eigen woning, in de verkoop hebt wat in bijvoorbeeld januari verkocht wordt. Het lijkt me onredelijk als je dan een jaar tegen 6,17% belast wordt in plaats van ook 11 maanden tegen 0,36.
Bij mijn weten word je dan voor de volle mep aangeslagen; er wordt gekeken naar het vermogen op peildatum.
hoeveel belasting moet ik betalen over 250000
Vul maar in in de calculator
Ok dus er komen verschillende potjes met elk een eigen fictief rendement. Maar mag je dan zelf bepalen van welk potje je de vrijstelling en schulden aftrekt? Bij de verdeling van inkomen tussen fiscale partners mag je wel zelf kiezen wat voor jou het meest gunstig is maar over de nieuwe box-3 forfaits kan zelf geen info vinden. Even een rekenvoorbeeld:
– je hebt vastgoed in box 3 met een WOZ van 600k en de overheid meent dat je daar 5,5% rendement op maakt.
– Je hebt ook een box 3 schuld van 350k, daar zou je volgens de fiscus 2,5% rendement mee maken.
– En je hebt ook nog 200k op de bank, tegen 0,03% fictief rendement.
– en dan heb je ook nog 30k uitgeleend en dat valt in potje “overige bezittingen” tegen een fictief rendement van 6,17%
– vrijstelling 57k
Nu wil je natuurlijk je schuld en je vrijstelling in mindering brengen op de ‘duurste’ potjes. Dat is in dit geval potje ‘overig’ en daarna vastgoed. Dan zou je dit je fictieve rendement zijn:
overige bezittingen: 0 euro (na toepassing deel van je vrijstelling a 30k) +
vastgoed: 600k – restant vrijstelling a 27k – schuld a 350k = 223k tegen 5,5% = 12.265 euro +
schuld: 350k tegen 2,5%: = 8.750 +
Bank saldo: 200k tegen 0,03% = 600
Zo zou het dan moeten gaan werken lijkt me, of begrijp ik het nu helemaal verkeerd?
Als jij iemand geld leent (iemand heeft een schuld bij jou), dan valt dat onder overige bezittingen met bijbehorend forfaitair rendement. Als je zelf een schuld in box 3 hebt, bijvoorbeeld een hypotheekschuld, dan valt die onder schulden en gaat men ervan uit dat je daar 2.5% rente op betaalt.
Goede vraag of je de vrijstelling van het voor jou meest gunstige vermogensbestanddeel af mag trekken, ben ik ook nog niets over tegengekomen.
Je kunt dit makkelijk omzeilen door bijna al je geld op een spaarrekening te zetten en dan een gedeelte gebruiken om futures op een aandelenindex te kopen. Als de beurs daalt stort je bij vanaf je spaarrekening.
Hoe zit het met geld dat je spaart (dus meer verdienen dan je uitgeeft in een jaar)? En hoe zit het met geld dat stilstaat op een beleggingsrekening?
Spaargeld dat je op 1 januari 2023 hebt, telt mee voor de vermogensbelasting over 2023. Spaargeld dat je in 2023 verzameld hebt telt niet mee voor 2023, maar voor de vermogensbelasting 2024 als je het op 1 januari 2024 nog hebt.
Afhankelijk van het feit of die beleggingrekening aangemerkt kan worden als een deposito volgens de criteria van de WFT of niet zal het aangemerkt worden als banktegoed of als overige bezitting.
Groen sparen was fiscaal vriendelijk in box 3 tot max. iets van 110.000 voor partners samen, hier betaal je t/m 2022 geen spaartaks over en bovendien ontvang je een heffingskorting van 0,7% Nu mijn vraag: Geldt dit voordeel ook nog steeds voor 1 januari 2023? Dat is mij onduidelijk, vandaar de vraag.
Groene beleggen blijft bestaan.
Door aan te sluiten bij de werkelijke samenstelling van het vermogen is het noodzakelijk geworden om groene beleggingen te splitsen in sparen en beleggen. Dat betekent dat met betrekking tot groene beleggingen twee nieuwe rubrieken in de aangifte ontstaan, namelijk groene spaartegoeden en groene beleggingen. De groene spaartegoeden vallen in de vermogenscategorie banktegoeden, waarop het lage forfaitaire rendementspercentage van toepassing is. De groene beleggingen vallen in de categorie overige bezittingen, waarop het hogere forfaitaire rendementspercentage van toepassing is. Dit heeft tot gevolg dat de vrijstelling voor groene beleggingen over deze twee vermogenscategorieën verdeeld moet worden. Voorgesteld wordt om de vrijstelling eerst in mindering te brengen op de groene beleggingen. Het eventueel resterende deel van de vrijstelling wordt in mindering gebracht op de groene spaartegoeden. Deze volgorde van het toepassen van de vrijstelling is in het voordeel van de
belastingplichtige.
Men gaat er vanuit dat overige bezettingen positief zijn, maar hoe zit het met een netto short positie van een beleggingsportefeuille? Dan zou je in principe geld ontvangen van de fiscus. Ben wel benieuwd hoe dit gaat, maar kan het nergens vinden.
Je krijgt niet uitbetaald. Negatief rendement kun je volgens de plannen voor vanaf 2026, maar naar ik aanneem ook voor de periode 2023-2025, meenemen naar een volgend jaar met positief rendement en daarmee verrekenen. Het aantal jaren dat je mag doorschuiven staat bij mijn weten nog niet vast. Vanaf 2026 gelden de door jouzelf behaalde rendementen. Tot die tijd bepaalt de overheid de rendementen (forfaitair).
@Mr. Fob e.a.
Onder een banktegoed wordt verstaan (artikel 5.2 van het Wetsvoorstel Overbruggingswet box 3):
a. een deposito als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht en daarmee naar
aard en strekking overeenkomende buitenlandse deposito’s;
b. een recht van vruchtgebruik dat rust op een banktegoed als bedoeld in onderdeel a; en
c. contant geld.
Tegenover de banktegoeden staan de overige bezittingen.
Hallo,
Betekent dit dat cash op een beleggingsrekening belast gaat worden tegen het hogere tarief?
Dat lijkt me toch een niet wenselijke bedoeling.
Dat hangt van je broker of bank af. Als die rekening niet als een “deposito” volgens de Wet op het financieel toezicht beschouwd wordt, dan wordt het tegen het hoge tarief belast. Ik beleg via ABN AMRO, daar is de gewone betaalrekening de tegenrekening voor beleggingen. Die valt wel onder “deposito”. Maar dat hoeft niet voor elke bank/broker te gelden.
Is er iets bekend over jaren met een negatief rendement?
Voor de overbruggingswetgeving ben ik dat nog niet tegengekomen. Ik vermoed dat je dat uiteindelijk wel zal mogen gaan verrekenen met navolgende jaren, in lijn met wat bij mijn weten voorgesteld is voor de box 3-wetgeving vanaf 2026..
https://www.rabobank.nl/particulieren/private-banking/vermogensvragen/belastingheffing-in-box-3-in-2023-en-2024
Uitgangspunt in 2022 is -/- 0,01% rendement over spaargeld
Goed artikel Mr FOB, bedankt hiervoor. Ik heb eerder gelezen,al kan ik dit niet direct terugvinden in de prinsjesdag stukken, dat de jaarruimte behoorlijk verhoogd wordt in 2023. In plaats van 13,3% van de premiegrondslag wordt deze verhoogd naar 30% van de premiegrondslag. Dit zou betekeken dat je veel meer kunt beleggen via een lijfrente en daardoor behoorlijk bespaard op de VRH. Mijn enige zorg hierbij is altijd dat de overheid op elk moment de spelregels kan aanpassen en het geld vervolgens “vast” zit. Hoe denk jij hierover?
Tsja, de overheid kan de regels voor geld buiten de lijfrente (oftewel box 3-geld) ook aanpassen, zoals nu in je nadeel gebeurt. Niemand die weet wat op lange termijn precies zal gebeuren. Ik heb wel een lijfrente vanwege de fiscale voordelen, zie deze post.
Beste mr Fob, als je geld hebt uitgeleend aan een prive persoon, valt dit dan onder banktegoeden of overige bezittingen?
Ik vermoed onder overige bezittingen.
Ik heb een stuk grond waarop ik mijn eigen paarden laat lopen. Als ik het goed begrijp valt dit onder overige onroerende zaken (box3).
Dan wordt dit zwaarder belast? Ondanks dat ik het niet verhuur en in eigen gebruik heb? Mij lijkt een goede 6% verwacht rendement dan wat onrealistisch (zelfde als met de spaartaks). Dit zou ook over woningen welke in de verhuur zitten of vakantiewoningen zomaar kunnen gelden als de huizenprijzen weer sterk gaan dalen.
Stel ik heb 20k spaargeld en de grond heeft een waarde van 30k dan val ik nog onder de vrijstelling? Pas boven de 50k dan wordt de verdeling gemaakt over spaargeld en overige bezittingen?
Inderdaad worden overige bezittingen zwaarder belast (6,17% forfaitair rendement * 32% belasting = 1,97% belasting), maar alleen als je totale box 3 vermogen boven de €57.000 is. En dan alleen voor dat deel boven die grens.
Leuk onderwerp weer. Ik hoorde een verhaal dat ze nog problemen zagen bij ondernemers die failliet waren maar nog wel een huis (van de onderneming vermoed ik) hadden, maar omdat dat vermogen snel meer waard kon worden na bijv. een maand dat ze dan nog meer schulden zouden hebben en dat ze daardoor een uitzondering wilden maken (i.p.v. alle assets gewoon hetzelfde te behandelen). Hoe en waar komt dit terug in jouw uitleg (welke categorie/scenario)?
Deze uitzonderingssituatie heb ik niet scherp…
Goedenavond, onder schulden valt ook gewoon de hypotheek? Vriendelijke groet,
J. Bakker
Alleen als je een box 3-hypotheek hebt. Een gewone hypotheek met hypotheekrenteaftrek valt in box 1.
Dank voor het samenvatten, erg fijn!
Hoe zit het met vakantiewoningen in de verhuur en vermogensbelasting?
Heb ik niet uitgezocht. Mogelijk dat een andere lezer dat weet?
Tweede woningen en woningen voor verhuur vallen onder de VRH. https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/vermogen_en_aanmerkelijk_belang/vermogen/wat_zijn_uw_bezittingen_en_schulden/uw_bezittingen/wat_zijn_uw_bezittingen
Wat zijn de forfaitaire rendementen in 2023 ?
Zoals in het artikel vermeld: die zijn pas na afloop van 2023 bekend.