Door de overbruggingswetgeving lopen beleggers tussen nu en 2028 het risico tientallen procenten van hun vermogen kwijt te zijn aan vermogensbelasting zonder daadwerkelijk rendement gemaakt te hebben.
Door de Wet werkelijk rendement box 3 lopen beleggers vanaf 2028 opnieuw het risico tientallen procenten van hun vermogen kwijt te zijn aan belasting zonder daadwerkelijk rendement gemaakt te hebben. Daarnaast lopen beleggers door deze wet een liquiditeitsrisico, dat ook zomaar 10% vermogen kan kosten. Dit wetsvoorstel is ingediend, maar exacte bedragen en regels kunnen nog wijzigen tijdens het wetgevingsproces.
Beleggers lopen het risico tientallen procenten van hun vermogen kwijt te zijn bij de overgang naar het nieuwe box 3 stelsel in 2028
Verliesjaren van vóór 2028 kunnen niet meegenomen worden naar het nieuwe stelsel. Als de beurs daalt vóór 2028 en daarna herstelt, betaal je belasting over de stijging vanaf het dieptepunt, ook al is dat in feite slechts herstel van eerder verlies. Dit kan ertoe leiden dat je effectief tientallen procenten van je vermogen kwijt raakt zonder daadwerkelijk rendement te hebben gemaakt.
Niemand kan voorspellen wat de beurs tussen nu en 2028 zal doen. Ik zie dit daarmee als een serieus risico.
Stel, je hebt €100.000 belegd. Tussen nu en 1 januari 2028 daalt de waarde met 57% (zoals tijdens de financiële crisis van 2008). Op de peildatum heb je dan nog €43.000 over.
Herstelt de beurs daarna volledig naar €100.000, dan heb je feitelijk géén rendement gemaakt. Maar volgens de belastingdienst heb je wel €57.000 winst geboekt. Over dat bedrag betaal je 36% belasting: €20.520. Ik hou hier omwille van de eenvoud geen rekening met het heffingsvrije resultaat van €1.800 dat voorgesteld is en met eventuele beleggingskosten die mogelijk in aftrek kunnen worden gebracht.
Na herstel houd je dus niet €100.000 over, maar slechts €79.480. Je bent daardoor ruim 20% van je vermogen kwijt, terwijl je in werkelijkheid helemaal geen winst hebt gemaakt.
Oplossingen voor dit risico
Spaargeld/deposito’s
Dit risico kun je verminderen of uitsluiten door tot aan invoering van het nieuwe stelsel (deels) beleggingen om te zetten in spaargeld of deposito’s.
Onder de Europese of Nederlandse depositogarantie (tot €100.000 per bank per persoon) zijn deze relatief veilig.
- Europese 2-jaars deposito’s leveren momenteel tot circa 2,8% rente per jaar.
- Onder het Nederlandse garantiestelsel ligt dit circa 0,5% lager.
Over spaargeld betaal je vermogensbelasting, maar veel minder dan over beleggingen (zie Vermogensbelasting 2026 flink omhoog). Deze route kan je beleggingsrendement kosten.
Pensioenbeleggen
Voor zover je jaarruimte en/of reserveringsruimte hebt kun je pensioenbeleggingen overwegen. Die zijn vrijgesteld van vermogensbelasting en kunnen door de fiscale voordelen tot ongeveer 4x zoveel opbrengst opleveren als box 3 beleggingen, zie uitleg. Daar lees je ook meer over de specifieke voor- en nadelen van pensioenbeleggen.
BV
Ook zou je kunnen overwegen beleggingen over te zetten naar een BV, waar wel verliesverrekening mogelijk is. Je bent het risico dan kwijt.
Dit gaat wel gepaard met kosten, rapportageverplichtingen en een belastingdruk die af kan wijken van die in box 3. Zie dit artikel voor meer uitleg en waar je rekening mee moet houden bij de huidige overbruggingswetgeving.
Let ook op; inbreng in of verkoop aan je BV kan (fiscale) vervreemdingseffecten hebben; er is vennootschapsbelasting bij resultaat in de BV en vervolgens vaak box-2/aanmerkelijk-belang belasting bij uitkering of verkoop. Reken altijd door (en laat je niet alleen leiden door het risico-argument).
Beleggers lopen het risico tientallen procenten van hun vermogen kwijt te zijn bij een koerscorrectie volgend op een beursstijging in het nieuwe stelsel
In het nieuwe stelsel betaal je jaarlijks 36% belasting over niet-gerealiseerde koerswinsten. Stel je boekt in 2028 en 2029 in totaal ruim 40% winst op je beleggingen, net als in 2023-2024. Dan moet je daarover 36% vermogensaanwasbelasting betalen, ook al heb je die winst niet verzilverd. Wanneer de beurs vervolgens 40% daalt, krijg je niets terug.
Er bestaat wel een verliesverrekening, maar:
- alleen voor verliezen na 2028,
- pas boven de drempel van €500,
- en alleen met toekomstige box 3-inkomsten zolang je belastingplichtig bent in Nederland.
Bij bijvoorbeeld stoppen met beleggen of emigratie kan de verliesverrekening dus grotendeels of geheel onbenut blijven. Het gevolg is dat je effectief tientallen procenten van je vermogen kwijt kunt raken zonder structureel rendement te hebben behaald.
Oplossingen voor dit risico
Voor dit risico gelden dezelfde oplossingen als voor het vorige risico.
Beleggingen omzetten in spaargeld elimineert dit risico, omdat je hierop in principe geen verlies kunt maken. Door beleggingen te verplaatsen naar een BV kun je ervoor zorgen dat je belast wordt op gerealiseerde winst in plaats van ongerealiseerde winst. Pensioenbeleggen elimineert ook dit risico.
Bij al deze stappen gelden dezelfde aandachtspunten als eerder vermeld.
Beleggers lopen een liquiditeitsrisico
Je moet vanaf 2028 jaarlijks belasting betalen over niet-gerealiseerde winsten. Als al je vermogen vastzit in beleggingen, kan dat betekenen dat je moet verkopen om de aanslag te betalen. Dat kan je dwingen te verkopen op een slecht moment.
Stel, je hebt €100.000 belegd en maakt €27.000 winst (zoals in 2019). Daarover ben je bijna €10.000 belasting verschuldigd.
Als de beurs op het moment van betaling van de belasting met 50% daalt (zoals in 2000 of 2008), dan krimpt je vermogen naar €63.500. Je moet de €10.000 belasting daar nog van betalen, waardoor er €53.500 overblijft om mee te herstellen.
Herstelt de beurs daarna volledig, dan kom je uit op €107.000. Zonder die tussentijdse daling zou je na het betalen van vermogensbelasting echter €117.000 hebben gehad.
Het gevolg: doordat je beleggingen hebt moeten liquideren op een ongunstig moment ben je effectief bijna 10% van je vermogen kwijt, zonder dat je daar zelf invloed op hebt gehad.
Oplossingen voor dit risico
Een cashbuffer ter grootte van ongeveer 10% van je beleggingen zou groot genoeg moeten zijn om de belasting bij typische grote koersstijgingen van de afgelopen decennia mee te betalen. Dit kan echter ten koste gaan van je beleggingsrendement omdat een deel van je geld niet belegd is.
Pensioenbeleggen of beleggingen inbrengen in een BV kunnen dit risico ook elimineren. Opnieuw gelden hier de eerder genoemde aandachtspunten.
Wat te doen?
Nu ik FIRE ben heb ik meer behoefte aan zekerheid dan toen ik nog werkte. Voor mensen in de opbouwfase is de risicotolerantie wellicht groter.
Zie FOB beleggingsstrategie voor mijn asset allocatie.
Ik overweeg mijn asset allocatie tijdelijk te wijzigen van 60% aandelen / 40% spaargeld naar 30%-40% aandelen / 60%-70% spaargeld.
Mijn pensioenbeleggingen laat ik dan ongewijzigd in aandelen omdat de risico’s daarvoor niet gelden.
Hoe ga jij met deze risico’s om?
Geef een reactie