Inflatie: wat is het precies?

Feitelijk betekent inflatie dat je minder waar voor je geld krijgt doordat de prijzen stijgen. Beleg je of investeer je je geld op een andere manier? Dan is het belangrijk dat je hier meer rendement van hebt dan het inflatiecijfer. Anders daalt je koopkracht. Dan kun je minder kopen met het geld dat je hebt. Er zijn twee soorten inflatie te onderscheiden: kosteninflatie en bestedingsinflatie.

Zo wordt de inflatie berekend

Het inflatiecijfer is de stijging van de consumentenprijsindex ten opzichte van dezelfde periode in het voorgaande jaar. Vraag je je af wat de consumentenprijsindex is? Deze geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten dat Nederlandse huishoudens gemiddeld genomen kopen. Hoe belangrijker een product, hoe zwaarder een prijsstijging meetelt in het eindresultaat. Niet ieder huishouden koopt precies dezelfde producten. Hierdoor wisselen de effecten van inflatie per situatie.

Over de oorzaken van inflatie worden verhitte discussies gevoerd door economen. Over het algemeen neemt men echter aan dat het gaat om twee zaken. De hoeveelheid geld die in de maatschappij aanwezig is ten opzichte van de economische productie. Op basis hiervan verandert het inflatiecijfer. Het kan zijn dat er meer geld aanwezig is in de maatschappij. Bijvoorbeeld doordat de centrale bank dit in roulatie brengt. Maar dan moet ook de economische productie stijgen. Gebeurt dit niet, dan kunnen we met zijn allen minder producten kopen voor hetzelfde bedrag als een jaar eerder.

Het liefst heeft de Europese Centrale Bank een inflatiecijfer van iets minder dan 2%.

Wat is kosteninflatie?

De naam zegt het al: deze variant komt tot stand doordat bedrijven hun gestegen kosten doorberekenen in hun prijzen. Op die manier blijft hun winstmarge ongeveer even hoog. Denk bijvoorbeeld aan de gestegen kosten van benzine zodra er oorlog uitbreekt in een gebied waar olie te vinden is. Brandstoffabrikanten berekenen de gestegen inkoopprijzen direct door aan de consument.

Wat is bestedingsinflatie?

Wanneer er sprake is van overbesteding, dus de volledige productiecapaciteit is in gebruik, verhogen bedrijven hun prijzen omdat het aanbod schaars is geworden. De vraag neemt nog steeds toe, wat betekent dat consumenten bereid zijn om meer te betalen. Door op deze manier hun prijzen te verhogen, zorgen bedrijven voor een hogere winstmarge. Tegelijkertijd proberen zij de vraag naar hun producten te verlagen met deze vorm van inflatie. Niet iedereen kan immers mee met de hogere prijzen.

Eind jaren negentig hadden we in Nederland te maken met bestedingsinflatie. Het ging toen zo goed met de economie dat veel bedrijven aan hun maximale capaciteit zaten. Een flinke prijsverhoging was het gevolg, waardoor het hele land te maken kreeg met inflatie.